Wim Deetman gaat een deel van het geld dat hij binnenhaalde met bijbanen als voorzitter van overheidscommissies terugbetalen. Dat heeft hij donderdagavond via een woordvoerder laten weten.
NRC Handelsblad inventariseerde onlangs dat Deetman, lid van de Raad van State, sinds 2008 minstens 75.000 euro te veel heeft opgestreken met de bijbanen. Volgens de regels zouden de vergoedingen die Deetman voor zijn commissiewerk ontving en zijn inkomen als staatsraad samen niet hoger mogen zijn dan het salaris van een minister (ruim 123.000 euro). NRC Handelsblad becijferde dat de oud-minister vorig jaar minstens 180.000 euro verdiende. In de krant zei de CDA'er destijds al geld terug te zullen betalen als mocht blijken dat hij dit ten onrechte heeft ontvangen.
Deetman liet de zaak beoordelen door minister Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken). Die schreef Deetman donderdag dat de betalingsregeling veel onduidelijkheden kent. Deetman kon daardoor te veel geld opstrijken, maar hij acht hem daar niet voor verantwoordelijk. x84Ik acht mijn ministerie verantwoordelijk voor de onvolledige communicatie over de regeling in uw richting”, constateert Donner. x84Derhalve is dit voor mij aanleiding om geen gebruik te maken van mijn bevoegdheid om een terugvordering van u te verlangen.”
Deetman hoeft dus niet terug te betalen, maar doet dat wel. Of hij het bedrag gaat betalen dat in de krant stond, weet de zegsman niet. x84Dat wordt nog berekend”, aldus de woordvoerder.
Deetman is tevreden met de brief van Donner. x84Ik ben de minister erkentelijk voor het feit dat hij geen gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot terugvordering”, zegt hij. x84Ik heb niettemin besloten om het teveel ontvangen bedrag aan vacatiegelden terug te betalen. Hiermee respecteer ik de regels. Na de vakantieperiode zal ik de correspondentie tussen minister Donner en mij openbaar maken.”
In totaal had Deetman zitting in drie overheidscommissies waarvoor hij extra vergoedingen ontving, namelijk de Externe commissie Medefinancieringsstelsel, de Visitatiecommissie Wijkaanpak en de Visitatiecommissie Culturele Instellingen.
Bron: Telegraaf