Niet kijken naar de verschillen, maar zoeken naar wat je bindt. Hervormde hindoes, Krishna-beweging en sikhs in Den Haag hebben dat gedaan. De samenwerking moet in 2014 leiden tot de opening van een groot gezamenlijk tempelcomplex bij station Hollands Spoor.
Zoals elke week lopen de gelovigen sereen en rustig hun tempel in Den Haag binnen. Maar deze zondag kijken de bezoekers van de hindoetempels en de gurudwara nog een keer extra rond. Over een paar jaar kan het anders zijn.
De Haagse wethouder Marnix Norder (PvdA, stadsontwikkeling, integratie) heeft eind vorige week officieel ingestemd met de bouw van een groot tempelcomplex vlakbij het station Hollands Spoor. Daar moeten in 2014 drie aan elkaar geschakelde gebedshuizen staan, gelardeerd met twee woontorens van elk vijfenveertig appartementen.
Het gaat om drie verschillende stromingen: de hervormde hindoes van de Arya Samaj, de spirituele Krishna-beweging en de sikhs. Drie religieuze groepen die zo op het eerste gezicht niet heel erg op elkaar lijken. Hoe zijn ze dan toch tot elkaar gekomen en het plan geschreven voor een gezamenlijk tempelcomplex?
"Het was eigenlijk heel eenvoudig. We hebben puur gekeken naar onze overeenkomsten", zegt voorzitter Ishwardat Soebedar van de vereniging Arya Samaj Nederland die nu een mandir heeft in de Regentesselaan in Den Haag.
"In elk geval zijn in alle drie gebedshuizen tabak, alcohol en drugs verboden", legt Chan Chitan uit. Hij is ondervoorzitter van de Shri Krishna Dhaam die nu in de Haagse Weimarstraat zit.
"Bovendien wordt er in alle drie gebedshuizen louter vegetarisch gegeten", vervolgt bestuurder Harjit Singh van de sikh-organisatie Shri Guru Singh Sabha die elke zondag voor vier uurtjes een gymzaaltje bij een basisschool in de Haagse Withuysstraat huurt.
Kortom, geen tabak, geen alcohol, geen drugs, geen vlees, geen vis en ei. Zo simpel was het volgens de drie mannen. Maar wel cruciaal, want zonder deze afspraak – die zelfs op papier werd gezet – zou de samenwerking anderhalf jaar geleden nooit van de grond zijn gekomen.
Lees het hele artikel in Trouw